Benieuwd wat VCMS allemaal heeft georganiseerd de afgelopen jaren? Lees dan de onderstaande terugblikken door om een indruk te krijgen van wat wij hebben georganiseerd in de jaren 2017-2021. Neem vooral een kijkje op onze Instagram waar wij de terugblikken en activiteiten uitgebreid hebben uitgelicht. 

2017-2018

Module 1.1 Hoofd-hals

Op zaterdag 21 oktober vond de eerste onderwijsdag van de VCMS Nederland Master Academy 2017-2018 plaats in het UMC Utrecht. De anatomie en beeldvorming van het hoofd-halsgebied stonden deze dag centraal.

Na de ontvangst met koffie en thee werd de dag collectief gestart met een interactieve voordracht van prof. dr. Ronald L.A.W. Bleys over de anatomie van het Hoofd-Halsgebied. Volgend op het college, werd het onderwijs in kleinere groepen voortgezet. Aan de hand van praktische- en theoretische casuïstiek werd de anatomische kennis van de studenten getest op de snijzaal. Onder begeleiding van de studentassistenten werden de chirurgische ingreep van een mondbodemcarcinoom, Le Fort II osteotomie, thyreoïdectomie en carotisendarteriectomie stapsgewijs doorgenomen. In samenwerking met Startpunt Radiologie kregen de masterstudenten de kans om echografie van de hals te verrichten. Begeleid door radiologen, leerden zij belangrijke structuren van de halsregio in beeld te brengen: de glandula thyroidea, de nervus vagus, de arteria carotis en de lymphonodi cervicales.

Na de lunchpauze werd de onderwijsdag hervat met een lezing van prof. dr. Toine J.W.P. Rosenberg. De Fibonacci-reeks en de Gulden Snede kwamen aan bod bij de toepassing van sagittale splijtingsosteomie. Met kennis over het behandelen van breuklijnen in het aangezicht, werd het onderwijs op de snijzaal voortgezet. De parotidectomie, radicale lymfeklierdissectie van de hals en mobilisatie van het vetlichaam van Bichat zijn hier verder uitgewerkt.

Dat het een educatieve dag was, weerklonk uit de vele positieve reacties die zijn ontvangen tijdens de afsluitende netwerkactiviteit. Dank gaat uit naar prof. dr. Bleys voor zijn inzet en bijdrage, naar prof. dr. Rosenberg voor zijn leerzame voordracht, naar Startpunt Radiologie voor de begeleiding bij de echo-apparaten en naar de naar de studentassistenten voor het delen van hun anatomische kennis op de snijzaal.

De volgende onderwijssessie zal plaatsvinden op zaterdag 18 november in het AMC. Als onderdeel van de module Chirurgische praktijk en vaardigheden, wordt het onderwerp Luchtweg en beademing behandeld op deze dag.

Module 1.2 Thorax

Op zaterdag 16 december vond de derde onderwijsdag van de VCMS Nederland Master Academy plaats in het AMC. Ditmaal stond de anatomie van de thorax centraal.

De dag werd gestart met een uitgebreid college door prof. dr. R.J. Oostra over de organen en structuren die zich in de thorax bevinden. Hierop volgend kregen de VCMS-leden in kleinere groepen onderwijs. In een viertal stations op de snijzaal werd theoretische en praktische casuïstiek doorgenomen met de studentassistenten. Chirurgische procedures als spoedthoracotomie, hernia diafragmatica repair en pulmonale endarteriëctomie werden gedemonstreerd op beschikbare preparaten. Daarnaast konden verschillende congenitale hartafwijkingen onderscheiden worden met hulp van prof. dr. Oostra. Tussen de workshops door werd het intermezzo door klinisch perfusionist Arraz Abas verzorgd. Startpunt Radiologie was wederom aanwezig en radioloog in opleiding Annelies van der Plas verstrekte extra verdieping met betrekking tot de X-thorax.

Module 1.3 Bekken

Op zaterdag 10 februari vond de onderwijsdag van de VCMS Nederland Master Academy plaats in het Radboudumc. De anatomie van het bekkengebied stond gedurende de dag centraal.

Onder begeleiding van dr. A. Schepens-Franke werd op een viertal stations in de snijzaal theoretische en praktische casuïstiek doorgenomen met de studentassistenten van het Academisch Medisch Centrum (AMC). Chirurgische procedures als cystectomie, hysterectomie, instabiele bekkenfractuur en low anterior resection werden gedemonstreerd op de beschikbare preparaten. Tussen de workshops door werd het intermezzo proctologie door dr. C.B.H. Molenaar verzorgd. Startpunt Radiologie was wederom aanwezig en radioloog Annelies van der Plas en radioloog in opleiding Bas Boekestijn verstrekten extra verdieping met betrekking tot het bekkengebied.

Module 2.1 IC en nazorg

Op zaterdag 20 januari vond de vierde onderwijsdag van de VCMS Nederland Master Academy plaats in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Ditmaal werd het onderwerp IC en Nazorg belicht.

Wereldwijd is sepsis een groot en groeiend probleem, zoals benoemd wordt in The Third International Consensus Definitions for Sepsis and Septic Shock (Sepsis-3). De onderwijsdag werd gestart met de introducerende lezing van dr. M.S. Arbous over sepsis en infectie. In haar voordracht werd duidelijk dat sepsis vaak lastig te diagnosticeren is en meerdere organen bij aanvang al betrokken zijn. Vroege herkenning van sepsis is de sleutel tot het redden van levens: hoe eerder er wordt ingegrepen, hoe beter.
De ontdekking van Penicilline, de ‘ijzeren long’, artificiële organen en de tele-IC: tijdens de voordracht van dr. R. Mauritz kregen de VCMS-leden de Core Business van de Intensive Care van vroeger, tegenwoordig en de toekomst te horen.
Chirurg-intensivist drs. J. Nieuwenhuizen lichtte het principe van Major Renal Replacement Techniques toe, waarbij de effectiviteit van de behandeling afhankelijk is van de filterkeuze, -snelheid en vasculaire toegang. Tijdens de lezing werd aandacht besteed aan continue veno-veneuze hemofiltratie (CVVH), de voorkeursbehandeling bij nierfalen.

Na de lunchpauze verzorgde drs. J. Janson de lezing over de herkenning van de vitaal bedreigde patiënt, waarbij de Modified Early Warning Score (MEWS) nuttig kan zijn.
Gebruikmakend van verschillende casuïstiek werd het onderwerp extracorporeal membrane oxygenation (ECMO) verder uitgediept door drs. E.H.R. van Essen. De dag werd afgesloten met een interactieve patiëntdemonstratie met het simulatieprogramma SimMan verzorgd door drs. J. Nieuwenhuizen.

Module 2.2 Operatie-carrousel

Drie chirurgen, drie verschillende chirurgische ingrepen en honderd enthousiaste leden van de Master Academy: op zaterdag 24 februari kregen de studenten onderwijs bijgebracht met betrekking tot een specifieke ingreep binnen het specialisme dat hun voorkeur had tijdens module 2.2 ‘Je eerste operatie’ carrousel in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).

De VCMS-leden kregen de keuze om zich gedurende de onderwijsdag te verdiepen in een specifiek chirurgisch specialisme, betreffende: gastro-intestinale-, orthopedische- of vaatchirurgie. Plenair werd de dag gestart met een introducerende lezing van orthopedisch chirurg prof. dr. R.G.H.H. Nelissen over kwaliteitsverbetering van wetenschappelijk onderzoek binnen de chirurgie. ‘Evidence: An Asset for Patients, an Ally for Surgeons‘ weerklonk in de titel van zijn lezing. Kleinschaliger onderwijs werd verstrekt onder begeleiding van prof. dr. Nelissen, dr. J.S.D. Mieog (GE-chirurg) en dr. R. Voorhoeve (vaatchirurg). Indicaties, voorbereiding op OK, handelingen tijdens de ingreep, nazorg en complicaties  van respectievelijk heupprothese plaatsen, appendectomie en onderbeenamputatie kwamen aan bod. Aansluitend droegen de studenten de verkregen informatie aan elkaar over middels zelf opgestelde presentaties.

Module 2.3 Oncologische resecties en reconstructies

Van microcalcificatie tot fibroadenoom, van radicale mastectomie tot directe of uitgestelde borstreconstructie, van melanoom tot Mohs micrografische chirurgie, van microchirurgie tot triangulatietechniek bij vaatanastomoses: op zaterdag 26 mei kregen de studenten onderwijs bijgebracht met betrekking tot chirurgische resecties en reconstructies tijdens module 2.3 in het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht).

Prof. dr. P.J. van Diest (patholoog UMCU) startte de dag met zijn lezing Breast pathology: what a surgeon needs to know. Na een korte introductie over de pathologie passeerden verschillende benigne en maligne laesies de revue, inclusief hun morfologie en tumorgedrag. Cauterisatie, radicale mastectomie, lumpectomie, locoregionale therapie en nieuwe inzichten; Prof. dr. J.A. van der Hage (oncologisch chirurg Leids Universitair Medisch Centrum, LUMC) sprak over de ontwikkeling van borstkankeroperaties in tijd. De aandachtsgebieden van de huidige mammachirurg kwamen aan bod: risico-inschatting en preventie, diagnostiek via de mammapoli en (chirurgische) behandelopties. Vele verschillende disciplines zijn tegenwoordig betrokken bij de behandeling van borstkanker, waaronder ook plastische chirurgie. De verschillende technieken van directe en uitgestelde mammareconstructie na een borstsparende operatie of ablatio mamma(e) werden toegelicht door dr. L.A.E. Woerdeman (plastisch chirurg Antoni Van Leeuwenhoek, AVL).

Na de lunch hervatte dr. S.F.K. Lubeek (dermatoloog Radboudumc) de onderwijsdag met zijn lezing over huidtumoren en -reconstructies. Na de lezing van dr. R.J.J. van Es (hoofd-hals oncologisch chirurg UMCU) over maxillofaciale microchirurgische reconstructieve heelkunde konden de studenten zelf hechten op microchirurgisch niveau tijdens de afsluitende netwerkactiviteit.

Module 3.1 Luchtweg en beademing

Op zaterdag 18 november vond de tweede onderwijsdag van de VCMS Nederland Master Academy plaats in het Academisch Medisch Centrum (AMC). Ditmaal stond het thema Luchtweg & Beademing centraal.

Het uitvoeren van operaties zou niet mogelijk zijn zonder de betrokkenheid van anesthesiologen. Maar wat doet een anesthesioloog precies? Drs. F.O. Kooij startte de dag met een introductie over de werkzaamheden van een anesthesioloog. De studenten werden actief betrokken bij het tweede gedeelte van zijn lezing door verschillende stellingen over anafylactische reacties te beantwoorden in het online programma VoxVote.
De actieve participatie van de studenten werd voortgezet tijdens de voordracht van drs. J.L. van Schuppen. Na een korte spoedcursus reanimeren aan het begin van de lezing werden de onderwerpen Luchtweg & Beademing en reanimatie uitgebreid behandeld.
Hit them hard and early” weerklonk in de boodschap van drs. T. van den Berg tijdens zijn masterclass over de behandeling van sepsis. Met behulp van de qSOFA score werden de vroege herkenning en behandeling van sepsis doorgenomen.
Voor de lunch werden de richtlijnen voor de diagnostiek en behandeling van diabetische keto-acidose (DKA) besproken door dr. R.V. Immink met gebruikmaking van Het Acute Boekje.

Tijdens het middagprogramma vond er op kleinschalig niveau onderwijs plaats. Tijdens een viertal workshops kwamen verschillende onderwerpen binnen het thema aan bod, te weten: interpretatie van arterieel bloedgasbeademingsmodiluchtwegtools & algoritme en monitoring, bewaking & pitfalls.
De dag werd denderend afgesloten met een demo-workshop verzorgd door onder andere dr. M. van Haperen. Met de kennis die gedurende de dag was opgedaan, bepaalden de studenten de behandeling van de demo-patiënt bij wie sprake was van respiratoire insufficiëntie. Het behandelende team maakte hierbij gebruik van de AMC spoedbundel OK.

Module 3.2 Traumaopvang

Op zaterdag 14 april kregen de studenten onderwijs bijgebracht met betrekking tot de traumaopvang tijdens module 3.2 in het Academisch Medisch Centrum (AMC).

Plenair werd de dag gestart met een introducerende lezing van traumachirurg en voormalig medisch hoofd van de Spoedeisende Hulp AMC drs. J.S.K. Luitse over het ontstaan van de advanced trauma life support (ATLS) en de primaire traumaopvang. De ATLS is tegenwoordig niet meer weg te denken in de acute zorg. Voor 1980 was dat heel anders: er waren geen prehospitale maatregelen, er was geen triage en de artsen kregen geen enkele voorbereiding of training. Een tragisch vliegtuigongeluk eind jaren ’70 resulteerde in een proefcursus ATLS voor algemene artsen in Nabraska. Hedendaags wordt de methodiek in meer dan 60 landen toegepast. Drs. Luitse was een van de participerende kandidaten toen de ATLS-cursus in 1995 zijn intrede deed in Nederland. In zijn voordracht voor de Master Academy gaf hij informatie over de primaire opvang, waar het principe ‘treat the greatest threat first‘ bij de resuscitatie en stabilisatie duidelijk naar voren kwam.

Na het plenaire gedeelte kregen de studenten onder begeleiding van SEH-arts D.R.C.M. Biesbroeck kleinschalig onderwijs over de primaire opvang (Airway, Breathing, Circulation en Disability) tijdens vier verschillende workshops. Na het opdoen van alle kennis konden de studenten zelf aan de slag: in teamverband vingen zij de rest van de middag verwonde LOTUS-patiënten op.

Module 3.3 Bloedstollend: Van bloedtransfusies tot tromboseprofylaxe

Op zaterdag 16 juni 2018 vond de laatste onderwijsdag van de VCMS Nederland Master Academy 2017-2018 plaats in het Academisch Medisch Centrum (AMC). Onderwerpen met betrekking tot bloeding en stolling stonden centraal tijdens module 3.3 Bloedstollend: Van bloedtransfusies tot tromboseprofylaxe.

Great things never came from comfort zones” weerklonk in de voordracht van T. van de Cavey. Verwondingen t.g.v. verschillende wapens en explosies, prehospitale zorg volgens het Tactical Combat Casualty Care (TCCC) principe en het aanleggen van tourniquets werden door hem toegelicht. Aandacht werd besteed aan het MARCH protocol bij beoordeling en stabilisatie van trauma’s. Anesthesioloog dr. M.G.M. Scot sprak in zijn voordracht over massaal bloedverlies door verschillende oorzaken, het belang van werken in teamverband bij verbloeding en het transfusiebeleid en stollingscorrectie bij massaal bloedverlies.

In de middag volgden de VCMS-leden in kleinere groepen onderwijs. Tijdens de workshops leerden de studenten tourniquets aanleggen en bloedingen bij schot- en steekwonden stelpen. In de collegezaal kregen zij onderwijs met betrekking tot bloedstolling (bij traumapatienten). Het proces van primaire en secundaire hemostase, stollingsfactoren en coagulantia werden toegelicht door prof. dr. J.C.M. Meijers.  M.R. Wirtz gaf uitleg over de rotational thromboelastometry (ROTEM) assay, een stollingsanalyse die informatie over de gehele kinetica van hemostase verschaft.

2018-2019

Module 1.1 Centraal zenuwstelsel

Op zaterdag 20 oktober vond de eerste onderwijsdag van het academisch jaar plaats. De studenten kregen onderwijs bijgebracht met betrekking tot de anatomie van het centraal zenuwstelsel tijdens module 1.1 in het Amsterdam UMC, locatie AMC.

Binnen de neurochirurgie is beeldvorming als angiografie, CT- en MRI-scans en microscopie tegenwoordig niet meer weg te denken. Hoe hebben de ontdekking van verschillende typen verdoving (ether, lachgas, chloroform, cocaïne), antisepsis volgens de methode van Lister en het opereren van hypofysetumoren onder lokale anesthesie bijgedragen aan de hedendaagse neurochirurgie? Dr. mr. D.R. Buis startte de dag met een introducerende lezing over de opkomst van de neurochirurgie en de werkzaamheden van de neurochirurg in 2018.
Na het plenaire gedeelte kregen de studenten kleinschalig onderwijs met betrekking tot anatomie en beeldvorming. Neuroradioloog dr. R. van den Berg deed de toegepaste neurovasculaire anatomie uit de doeken, waarbij variatie de regel blijkt te zijn. De cirkel van Willis (vernoemd naar Thomas Willis, pionier op het gebied van onderzoek naar de anatomie van de hersenen en het zenuwstelsel) werd helder uiteengezet. Hoe onderscheid men astrocyten, microglia, neuronen en oligodendrocyten onder een microscoop? Neuropatholoog dr. A. Mühlebner liet de studenten kennis maken met  het beoordelen van coupes van een aantal veelvoorkomende ruimte-innemende processen in het hoofd. Het uitdiepen van de anatomie werd voortgezet op de snijzaal onder begeleiding van prof. dr. R.J. Oostra, hoogleraar anatomie aan het AMC, en de studentassistenten.
Na het middaguur stond een divers aantal mogelijkheden op het programma. Zo werden de chirurgische benaderingen van neurovasculaire en oncologische ziektebeelden stapsgewijs gedemonstreerd op fresh frozen preparaten en kon men tijdens een rondleiding door Museum Vrolik de ontwikkeling(sstoornissen) van het centraal zenuwstelsel op de voet volgen met de toelichting van prof. dr. Oostra. De dag werd gepast afgesloten met een netwerkactiviteit in de Epsteinbar.

Module 1.2 Abdomen

Met deze woorden startte prof. dr. R.L.A.W. Bleys op zaterdag 16 maart de onderwijsdag gericht op de anatomie en beeldvorming van het abdomen in het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht).

Het peritoneaal dubbelblad, de fascie van Toldt, boogvormige anastomoses, de driehoek van Callot en het ontstaan van de pancreas uit twee aparte delen: in een plenaire lezing belichtte prof. dr. Bleys (hoogleraar Klinische anatomie UMC Utrecht) de anatomische structuren die van belang zijn bij abdominale chirurgie. Onder begeleiding van studentassistenten werd de anatomie herhaald en toegepast door stapsgewijs een aantal chirurgische ingrepen door te nemen op snijzaal.

Het radiologie-onderwijs werd wederom verzorgd door Bas Boekestijn (radioloog in opleiding bij LUMC), waarin basiskennis over echotechniek en het uitvoeren van echo-onderzoek aan bod kwamen en de studenten hands-on konden oefenen met het afbeelden van de abdominale organen. Het toedienen van chemotherapie met een continue flow bij 42 °C in de peritoneale ruimte: dr. W.M.U. van Grevenstein (oncologisch gastro-intestinaal chirurg UMC Utrecht) wijdde het intermezzo aan Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie (HIPEC). Tot slot nam zij stapsgewijs de chirurgische procedure van de laparoscopische sigmoïdresectie middels video’s van Incision Academy.

Dat het een educatieve dag was, weerklonk uit de vele positieve reacties die zijn ontvangen tijdens de afsluitende netwerkactiviteit. Dank gaat uit naar prof. dr. Bleys voor zijn inzet en bijdrage, naar dr. Van Grevenstein voor haar leerzame voordracht en uitleg, naar Startpunt Radiologie voor de begeleiding bij de echo-apparaten en naar de studentassistenten voor het delen van hun anatomische kennis op de snijzaal.

De volgende onderwijssessie vindt plaats op 30 maart in het hoofdkantoor van ABN AMRO te Amsterdam. Als onderdeel van de module ‘Chirurgische kennis’ wordt het onderwerp Value Based Healthcare in Surgery aangesneden.

Module 1.3 Onderste extremiteiten

De laatste anatomiemodule van 2018-2019 vond plaats op zaterdag 13 april in het Amsterdam UMC Locatie AMC. De anatomie van de onderste extremiteiten stond deze dag centraal.

De dag werd afgetrapt op de snijzaal met algemene en chirurgische anatomie per regio. Samen met de snijzaalassistenten besprak prof. dr. R.J. Oostra (hoogleraar anatomie Amsterdam UMC) de anatomie van heup, knie, enkel en voet, al dan niet aan de hand van operatieve ingrepen. Dr. J.A.M. Bramer (orthopedisch chirurg Amsterdam UMC) vertelde over de principes van directe en indirecte fixatie en botgenezing tijdens de plenaire lezing voor de lunch.

Met de boodschap “Ken je anatomie, weet wat er gaat gebeuren” hervatte dr. J.E.J. Bekkers (orthopedisch chirurg Diakonessenhuis Utrecht) de onderwijsdag met een lezing over toegepaste radiologie. Dr. A.W. Zürcher (orthopedisch chirurg Diakonessenhuis Utrecht), dr. R. Kersten (arts-assistent Orthopedie Diakonessenhuis Utrecht) en dr. P.B.A.A. van Driel (arts-assistent Orthopedie LUMC) begeleidde de studenten tijdens de workshoprondes in kleinere groepen. Naast het belang van de anatomie, vormt het lichamelijk onderzoek nog steeds de basis van de diagnostiek. Zo werden de studenten begeleid bij het uitvoeren van lichamelijk onderzoek en de interpretatie van de verkregen gegevens. Platen, pennen en schroeven: samen met DepPuy Synthes werden de masterleden aan het eind van de dag getraind in het plaatsen en verwijderen van osteosynthese materiaal.

2019-2020

Module 1.1 Bovenste extremiteiten

Masterclass 1: Anatomie van de bovenste extremiteit

De studenten werden meegenomen in de anatomie door dr. Tom Roeling, anatoom in het UMC Utrecht. De focus lag op de plexus brachialis, waarbij ook de aansturing van de spieren en pezen door de perifere zenuwen aan bod kwamen. Het doel van het college was inzicht te krijgen in de anatomie die nodig is om bij trauma of letsel te kunnen redeneren op welk niveau het letsel zich bevindt. Om dit alles in een juist kader te zetten, werden ook algemene ossale structuren en spiergroepen herhaald.

Masterclass 2: De klinische blik

Hoe kan je met klinische observatie vaststellen wat er mis is bij een trauma van de bovenste extremiteit? Wat voor traumatische letsels worden gepresenteerd op de SEH voor de plastisch chirurg? En hoe los je deze letsels vervolgens op? Dr. A.H. Schuurman, plastisch chirurg in het UMC Utrecht gaf de antwoorden op deze vragen gedurende het tweede college; de klinische blik die tot een diagnose leidt.

Snijzaal casuïstiek

Na de masterclasses over de anatomie en de klinische blik, ging een deel naar de snijzaal om de net verkregen leerstof toe te passen op preparaten. De snijzaal was in twee delen verdeeld. De focus lag bij de ene helft op de plexus brachialis en perifere zenuwen. Hierbij werd de anatomie van de nervi in de bovenste extremiteit bestudeerd aan de hand van preparaten en casussen over mogelijke pathologie. Het tweede deel belichtte de handanatomie aan de hand van preparaten en casussen over de fysiologie en enkele traumatische aandoeningen zoals een malletvinger en scaphoidfractuur. In totaal rouleerden de studenten tussen zes stations waarbij er steeds andere casuïstiek behandeld werd. Het was een enorm leerzame sessie begeleid door enkele student-assistenten uit Amsterdam UMC, locatie AMC!

Intermezzo: Blessure repertoire van de musicus

Dr. Boni Rietveld, vroeger orthopeed en tevens getalenteerd musicus, behandelde vele musici gedurende zijn carrière. Tijdens dit intermezzo projecteerde hij zijn kennis vol enthousiasme op onze leden. Want hoe lopen violisten, trompettisten en pianisten blessures op? Welke anatomische structuren zijn hier precies bij aangedaan? Het was een muzikaal getint intermezzo waarbij de muziekgeneeskunde aan bod kwam en Dr. Boni Rietveld door middel van een demonstratie met een viool, gitaar en dwarsfluit antwoord gaf op bovenstaande vragen. Nogmaals dank aan Eduard Fu, Anna Boukje Veldman en onze commissaris Public Relations Arwin Zebardast voor het geven van deze demonstraties!

Workshop echografie

Niet alleen de anatomie werd behandeld, ook de beeldvorming die hierbij komt kijken werd bellicht. In deze workshop leerden de studenten hoe echoapparatuur gebruikt wordt bij diagnostiek van letsels aan de bovenste extremiteit en hoe je de verschillende weefsels van elkaar kan onderscheiden. Met een casus werd gekeken hoe je in de echogeleid kan puncteren. Tevens waren er casussen over anesthesie bij ingrepen aan de bovenste extremiteit en casussen over het beoordelen van een X-hand. Deze sessie werd begeleid door Bas Boekestein en Jan van der Voet, waarvoor nogmaals hartelijk dank!

Module 1.2 De zwangere en haar kind

Wegens het SARS-CoV-2 pandemie is deze onderwijsdag verplaatst naar het Master Academy programma van 2020-2021.

Module 2.1 Evidence-Based Surgery

Hoe kan een nieuwe chirurgische ingreep de huidige gouden standaard vervangen? Hoe kan je ervoor zorgen dat de patiënt nieuwe ingrepen vertrouwd? Afgelopen zaterdag, 11 januari 2020, werd het thema ”Evidence-Based Surgery” behandeld tijdens module 2.1 in het Radboudumc.

Het eerste gedeelte van de dag ging over de vraag “Hoe kom je aan het bewijs voor het belang van bepaalde chirurgische ingrepen?” Dr. M.G.J.S. Hageman, mede-oprichter van PATIENT+, stond tijdens de eerste masterclass stil bij de principes van ‘shared decision making’ en het bespreken van evidence van chirurgische ingrepen. Gedeelde besluitvorming is namelijk één van de drie onderdelen van Evidence-based Surgery. Het omvat de expertise van de chirurg, de beschikbare evidence en de voorkeur van de patiënt.

Vervolgens ging prof. dr. C. Rosman, hoogleraar Minimaal Invasieve Chirurgie in het Radboudumc, in op Evidence-based Surgery aan de hand van chirurgische casuïstiek. Deze casuïstiek ging over een nieuwe slokdarm anastomosetechniek die enkele jaren geleden door het Radboudumc als eerste in Nederland is ingevoerd. Hierbij werd gekeken naar de verschillen tussen de cervicale en thoracale anastomosen.

Workshops

Na deze twee colleges, werden de studenten in twee groepen opgesplitst.Het ene deel volgde een workshop onder leiding van dr. N.H. Geesink, die de EASYcare in Geriatric Onco-surgery (EASY-GO) ontwikkelde. Aan de hand van casuïstiek werd het besluitvormingsproces bij de oudere patiëntengroep met kanker interactief besproken.

De andere helft ging in samenwerking met PATIENT+ onder leiding van dr. M.G.J.S. Hageman de uitdaging aan om te leren over chirurgische keuzehulpen en deze zelf ook op te stellen.

Obtaining evidence

In de middag werd de overstap van wetenschap naar kliniek gemaakt en werd er stilgestaan bij de manier waarop een chirurg bewijsmateriaal met betrekking tot chirurgische ingrepen vertaalt in de spreekkamer. De evidence voor een ingreep is leidend voor het handelen van een chirurg. Dr. D.J. Swank voerde in 2003 bij patiënten met chronische abdominale pijn een placebogecontroleerde chirurgische trial uit. In de derde masterclass legde hij uit hoe bij de interventiegroep de adhesies laparoscopisch werden opgeheven en bij de placebogroep alleen een diagnostische laparoscopie plaatsvond. Het onderzoek  is een mooi voorbeeld van hoe placebo-chirurgie toegepast werd.

In de vierde masterclass werd duidelijk gemaakt dat het verkrijgen van evidence voor een operatie veel methodologische en praktische uitdagingen kent. Prof. dr. M.M. Rovers belichtte de verschillen tussen farmaceutisch en chirurgisch onderzoek, waarbij verder ingegaan werd op het IDEAL-framework.

Discussieronde

Om de dag af te sluiten, vond er een plenaire sessie plaats onder leiding van prof. dr. J.H.W. de Wilt, hoogleraar oncologische chirurgie en tevens oncologisch chirurg te Radboudumc. De stellingen die aan bod kwamen werden bediscussieerd waarbij zowel de leden als de specialisten samen hun visies toonden. Want moet er meer gebruik gemaakt worden van placebo-chirurgie? Is de RCT de gouden standaard? En moet er überhaupt altijd een RCT plaatsvinden vooraleer iets evidence-based is? Een waardevolle afsluiter van de dag.

Module 2.2 Operatie-carrousel: Veroudering in de chirurgie

Omdat onze operatie-carrousel over veroudering in de chirurgie helaas niet kon plaatsvinden in het LUMC vanwege het SARS-CoV-2 pandemie, hebben wij deze omgetoverd tot een E-module.

Introductie
Ouder worden: het hoort bij het leven. Echter, wat komt hier voor een arts bij kijken? Hoe verandert de leeftijd de patiënt het daarbij behorend chirurgisch behandelplan? Deze vragen werden onder andere besproken tijdens de inleiding van de E-module operatie-carrousel. Tevens werd er vanuit filosofisch standpunt ingegaan op het ouder wordende lichaam. Prof. dr. Wobbes deelde hierover graag zijn expertise via een video. De introductie werd afgesloten met een heel persoonlijk patiëntenperspectief; wat doet ouder worden met de mens achter de patiënt?

In vier bijhorende E-learnings, waarvan de leden elke zaterdag een nieuwe ontvingen, kwamen er vier ziektebeelden aan bod die te maken hebben met het ouder wordende lichaam. Er werd inzicht verkregen in de hernia inguinalis bij de verzwakte buikwand, de heupfractuur en trauma capitis bij de gestruikelde geriatrische patiënt en de gynaecologische prolaps bij de postmenopauzale vrouw.

Na een introductie van de oudere chirurgische patiënt, werd er gestart met de hernia inguinalis bij de verzwakte buikwand. In deze interactieve E-learning doorlopen we uitgebreid de anatomie van de buikwand en het lieskanaal, de pathofysiologie achter de hernia, de liesbreuk in de spreekkamer en uiteraard de behandelmogelijkheden. Er werd chirurgisch ingegaan op zowel de open technieken als laparoscopische technieken. De E-learning werd afgesloten met een keuzehulp en enkele testvragen.
Deze E-learning werd door dr. Heemskerk, chirurg in het Laurentius ziekenhuis Roermond, van feedback voorzien, waarvoor nogmaals hartelijk dank.

Uiteraard kon de neurochirurgie en daarbij het trauma capitis bij de geriatrische patiënt niet ontbreken! In deze E-learning doorliepen onze masterleden de belangrijkste anatomie, pathofysiologie van het trauma capitis, het trauma capitis op de SEH en uiteraard de verschillende neurochirurgische interventies. Het epiduraal, acuut en chronisch subduraal hematoom stonden centraal. Door middel van mooie illustraties en video’s, werden de verschillende neurochirurgische interventies verhelderd. We sloten de E-learning af met enkele testvragen om de opgedane kennis te toetsen. Deze E-learning werd door drs. van Lanen, AIOS neurochirurgie in het MUMC+ van feedback voorzien, waarvoor nogmaals dank.

De derde E-learning omvatte de gynaecologische prolaps. In deze interactieve E-learning doorliepen we uitgebreid de anatomie van het bekken en de vagina, de pathofysiologie achter de prolaps met daarbij de verschillende compartimenten, de prolaps in de spreekkamer en uiteraard de verschillende operaties van zowel het voorste, middelste als achterste compartiment. Het was een interactieve E-learning met veel procedures en videomateriaal, welke afgesloten werd met een keuzehulp en testvragen. Deze E-learning werd door dr. Spaans, gynaecoloog in het MUMC+ van feedback voorzien, waarvoor nogmaals dank.

De laatste E-learning behandelde de heupfractuur bij de geriatrische patiënt. Hierbij stond de proximale heupfractuur centraal. We doorliepen de anatomie van de onderste extremiteiten, de pathofysiologie met hierbij de soorten fracturen en fractuurgenezing, de fractuur op de SEH met uitgebreide beeldvorming en uiteraard de behandelmogelijkheden. Bij het operatieve deel werd er gefocust op de heupprothese, waarbij zowel een ongecementeerde totale heupprothese als een gecementeerde kop-hals prothese stap-voor-stap werd toegelicht. Ook deze E-learning sloten we af met een reeks testvragen. Deze E-learning werd door dr. Broekhuis, orthopedisch chirurg in het LUMC van feedback en een samenvattend college voorzien, waarvoor nogmaals dank.

Het was een uitdaging om de oorspronkelijke operatie-carrousel om te toveren tot een E-module, maar het is gelukt! Alle stappen, van anatomie tot aan de chirurgische procedures, werden doorlopen inclusief de pre-, per- en postoperatieve aspecten van het onderwerp. Het was een ideale E-module om de specifieke casuïstiek van voor tot achter te leren kennen en inzicht te krijgen in de verschillende factoren die een rol spelen bij oudere patiënten. Wij hopen dat onze masterleden gedurende deze maand net zo veel hebben geleerd als wij!

Module 3.1 Trauma opvang

De tweede onderwijsdag van de VCMS Master Academy vond plaats in het VUmc te Amsterdam. De dag stond volledig in het teken van de traumaopvang en was een mooie afwisseling tussen masterclasses, een demonstratie en verschillende workshops. In het volgende stukje een terugblik op deze praktische onderwijsdag!

Masterclass 1: De geschiedenis van de ABCDE-methodiek

Prof. dr. F.W. Bloemers, traumachirurg aan het Amsterdam UMC, locatie VUmc en Chirurgisch Consulent van AFC Ajax, legde in deze masterclass bondig uit hoe de ABCDE-methodiek is ontstaan en waar de aandachtspunten bij de opvang liggen. Verder ging hij in op het ontstaan van deze methodiek en het belang hiervan.

Masterclass 2: Van ongeval tot traumakamer

De tweede masterclass, wederom verzorgd door Prof. dr. Bloemers, ging dieper in op het proces wat vooraf gaat aan een trauma opvang. Het was een masterclass gebaseerd op persoonlijke ervaringen, gezien Bloemers jaren op de helikopter heeft gewerkt als lid van het Heli-team. Vol enthousiasme vertelde hij anekdotes over zijn dagelijks leven en toonde hij enkele casussen.

Vervolgens was het tijd voor een heerlijke lunch die we dankzij prof. dr. Bloemers in naam van de afdeling heelkunde konden nuttigen!

Intermezzo: Damage Control

Het intermezzo onder leiding van drs. Frank Hoexum, AIOS chirurgie met differentiatie traumachirurgie, stond in het teken van ‘Damage Control Surgery’. De studenten leerden alles over de ‘lethal triad’ en hoe soms een patiënt helaas niet te redden valt. Een theoretisch onderbouwde verdieping over intrigerende chirurgie!

Demonstratie traumaopvang

Na de verschillende colleges, kregen de studenten nog een kans om te observeren vooraleer zelf te praktiseren. Hoe werkt zo’n trauma opvang? In deze simulatie onder leiding van anesthesioloog drs. H. Christiaans en Senned Karrar werd een LOTUS-patiënt opgevangen na een fictieve TS. Systematisch werd de ABCDE afgegaan en werd duidelijk hoe de letters vertaald worden naar de praktijk.

Workshops traumaopvang

Na de verschillende colleges en de demonstratie, waren de studenten zelf aan de beurt om aan de slag te gaan. 12 begeleiders, 10 groepen, 8 LOTUS patiënten, 5 letters, 4 keer oefenen en 2 Simlab-poppen kwamen er aan te pas om de ABCDE-opvang onder de knie te krijgen. De studenten rouleerden tussen verschillende ruimtes in het AUMC, locatie VUmc en konden uiteindelijk vier casussen oefenen. Eerst werd geoefend per letter om nadien per functie zoals een echt traumateam te werk te gaan. Ze hebben goed hun best gedaan en naast de theoretische ook de praktische kant kunnen ervaren.

De workshops vonden plaats onder leiding van onze ervaring begeleiders, dr. Ivo Post, dr. Stef Bouman, drs. Christiaans, dr. Lizzy Ooms, drs. Sharon Oud, Amaran Suntharan, Sil Courant, Quinten Dellaert, Senned Karrar, Tugce Atalik, Charlotte Reuijl en Kay Kistemaker, wie wij nogmaals hartelijk willen bedanken

Module 3.2 Wondgenezing

Om een patiënt weer tevreden naar huis te kunnen laten gaan, is een goede wondgenezing van groot belang. Ideale condities voor de wondgenezing werden behandeld gedurende deze module, die afgelopen zaterdag plaats vond in het UMC Utrecht. Wonden zijn erg divers en uiteenlopend, vandaar dat herkenning en een daarop aangepaste behandeling erg belangrijk zijn. Tijdens zowel masterclasses als workshops werd ingegaan op de verschillende aspecten hiervan. Verder kwam er een aantal bekende en minder bekende behandeltechnieken aan bod die onmisbaar zijn binnen de wondgenezing. Tot slot kwamen er natuurlijk ook een aantal chirurgische vaardigheden kijken bij de wondgenezing, welke werden uitgedaagd en verbeterd tijdens de workshops.

Een overzicht van de gegevens workshops en masterclasses is te vinden in volgende terugblik.

Masterclass 1: Condities voor wondgenezing
Wat zijn nou de ideale condities voor wondgenezing en hoe creëer je deze condities bij de patiënt? Dit zijn vragen waar vaatchirurg ​dr. J. Oskam antwoord op gaf. Er werd ingegaan op de verschillende factoren die de wondgenezing bevorderen of juist laten stagneren en hoe deze beïnvloed kunnen worden. Daarnaast kwamen de verschillende fasen van de wondgenezing aan bod. Hij belichtte het feit dat wondgenezing een onderbelicht onderdeel van de chirurgie is waardoor onderzoek lang heeft stilgestaan. Wat vooral onthouden moet worden: Keep It Simple!

 

Masterclass 2: Wondinfecties en therapie
Wondbioloog ​drs. H.J. Smit vertelde ons meer over de microbiologie rondom de wonden. Hij lichtte met anekdotes en grafische afbeeldingen het ontstaan en het verloop van wondinfecties toe en vertelde welke processen nou precies plaatsvinden in een wond en welke gevolgen deze met zich mee dragen. Om de uiteindelijke wondzorg en de genezing optimaal te begrijp, is kennis hierover namelijk cruciaal.

Intermezzo: Hyperbare zuurstoftherapie bij wondgenezing
Prof. dr. R.A. van Hulst is gespecialiseerd in de duikgeneeskunde en de hyperbare zuurstoftherapie. Hij nam ons mee in de werking van de hyperbare zuurstof therapie waar prof. Boerema in 1957 de grondvesten voor heeft gelegd en hoe deze de genezing van wonden beïnvloedt. Tevens werd ingegaan op wat de invloed is van de combinatie van de 100% zuurstof en de drukverandering op de patiënt. Tot slot lichtte hij toe voor welke indicaties en patiëntengroepen de therapie geschikt is.

Masterclass 3: Niet sluiten wonden
Sommige wonden sluit je met een simpele hechting, maar er kan ook veel meer bij komen kijken tijdens bijvoorbeeld grote traumatische wonden of congenitale defecten. Tijdens deze masterclass gaf plastisch chirurg dr. E.C. Paes ons aan wat een lastig of niet te sluiten wond is en hoe hier het best mee omgegaan kan worden. Een uitgebreide uitleg werd gegeven over de chirurgische technieken die tot de reconstructieve ladder behoren. Van directe sluiting van een wond tot een rhomboidlab en gracillislap, werd de toepassing en de meerwaarde hiervan voor de patiënt uitgelegd.

Workshops

Workshop 1: ”Debridement”
Tijdens deze workshop ging ​dhr. M. Warbout in op de fijne kneepjes van het debrideren. Een schoon geaviveerd wondbed en -randen zijn immers van groot belang voor een goede genezing van een wond. Studenten konden met een curette debridement weghalen uit “wonden” op varkenspoten. Hierbij werd geleerd hoe de wondomgeving geoptimaliseerd kan worden voor de wondgenezing en wat nou precies wordt verstaan onder schone wondranden.

Workshop 2: ”Coagulatie bij elektrochirurgie”
Coaguleren is een veel gebruikte techniek waar menig wond zijn oorsprong vindt en daarom is het ook zeker handig om er het fijne van te weten. Tijdens deze workshop werd ons meer verteld over het verschil tussen ‘cut’ en ‘coagulate’ en de toepassing hier van Dr. ir. A.I. Rem​ liet iedereen zelf aan de slag gaan om het coaguleren uit te proberen.

Workshop 3: ”Negative pressure wound therapy”
Bij ‘negative pressure wound therapy’ worden wondranden middels negatieve druk naar elkaar toe getrokken. Tijdens de workshop van GD Medical legden ​mw. I. Evers en mw. A. van Roosmalen ons uit hoe dit precies in zijn werk gaat. Daarna was er uitgebreid de mogelijkheid om zelf te oefenen met het aanleggen van het systeem.

Workshop 4: ”Herkennen van een wond en de behandeling”
Wonden zijn divers en zijn er in alle soorten en maten. Onderscheid maken tussen verschillende soorten wonden kan daarom van belang zijn en ook bepalend zijn voor de aangewezen behandeling. In deze workshop lichtte ​dhr. D. de Bie van een aantal wonden toe hoe je deze kan herkennen en welke therapie hiervoor het meest geschikt is. Met behulp van het schema waarin duidelijk werd wat de juiste behandeling is bij elke wond, werden op interactieve wijze enkele casus doorgelopen.

Wij willen iedereen nogmaals hartelijk danken die heeft geholpen om deze dag mogelijk te maken en uiteraard ook de studenten die aanwezig waren.